vrijdag 4 februari 2011

12 minuten MRI

Precies op tijd komen we aan bij het ziekenhuis.
In de auto lees ik de brief over de MRI. Geen metaal aan je kleding…jogging pak of andere los zittende kleding meenemen…geen make-up…en op tijd komen want anders gaat de afspraak over. Gelukkig. Op tijd ben ik dus, en al die andere dingen die op de brief staan vind ik wel best. Ik heb in Amersfoort ook een MRI gehad en ga er vanuit dat het hier ongeveer hetzelfde werkt. Na niet lang wachten word ik geroepen.

In een kleedkamertje krijg ik een waterval van vragen over me uitgestort. Van mijn geboortedatum tot of ik kort geleden nog geopereerd ben. Ik beantwoord alle vragen maar kan het niet laten tussen neus en lippen door even te zeggen dat ik een maand geleden ook een MRI gehad heb en dat wat ze me allemaal vraagt, nooit in die tussentijd gebeurd kan zijn. Ik raak er aan gewend maar het voelt nog steeds een beetje gek dat niemand een stukje geschiedenis weet. Waar ik ook kom het is elke keer nieuw. Voor hun ben ik een “nieuwe” patiënt. Kom ik hier volgende maand weer voor een MRI dan ben ik hier weer nieuw.
En ook voor mij is het weer een beetje nieuw, want hier had ik met mijn bovenlijf gekleed mogen blijven bij het maken van een MRI van mijn borsten, vandaar dat ik een los zittend t-shirt (heb ik die?) mee had moeten nemen. Verontwaardigd vraagt de zuster aan me of ik de brief niet gelezen heb. Ik leg haar uit dat ik er vanuit ging dat ik met een ontbloot bovenlijf de tunnel in zou gaan en dat ik besloten had dat ik in mijn panty kon. Ik vond een jogging broek of panty niet zoveel uitmaken.

Ze roept naar haar collega die in een kamertje verderop zit. Mevrouw heeft een strak zittend hemdje aan en een panty. Haar collega roept terug: dan leggen we een laken over haar heen en dan moet ze de broek die in de kleedkamer ligt over haar panty aan doen. Ik zie een groene katoenen pofbroek liggen. Zal ik anders de panty uit doen als ik toch die broek aan  moet, vraag ik. Het wordt aan de collega verderop gevraagd. Nee de broek moet over de panty. Geen probleem hoor, en dat ik met ontbloot bovenlichaam daar loop, voor mij ook geen probleem. Ik krijg hier niet de indruk dat er andere patiënten en doctoren of leerlingen onverwacht door de kamer heen gaan lopen. (Zit me blijkbaar nog dwars van Amersfoort).

Deze dames gaan heel discreet met mij om. Een laken wordt om me heen geslagen. Tijdens het inbrengen van het infuus voor de contrastvloeistof zit ik in een grote behandelstoel. Ik krijg oordoppen in en een haarnetje op mijn hoofd. De oordoppen kan ik Amersfoort en iedereen die een MRI scan krijgt, aanraden. Je hoort de muziek er prima doorheen, als de MRI even niet piept, maar het dempt toch het ergste geluid.
Ik ben natuurlijk weer zo nieuwsgierig als wat. Waarom ga ik hier met mijn hoofd de tunnel in en ging ik in Amersfoort met mijn voeten erin? Ik heb geen tunnelvrees, maar al zou je dat wel hebben, dan toch beter eerst met je voeten, als het voor de scan toch niet uitmaakt. Ik ben het vergeten te vragen.

Ik lig daar en ik hoor iemand zeggen: we gaan nu beginnen. Prima. Mijn armen liggen boven mijn hoofd uitgestrekt. Ik kan me herinneren dat in Amersfoort, mijn armen na een paar minuten vreselijk gingen shaken. Nu besef ik me dat het kwam door het steriotactische biopsie onderzoek wat ik diezelfde dag had gehad. Over dat onderzoek kan ik me nog steeds heel kwaad maken. Ik bedenk me, als ze me dat nog een keer voorstellen dat ga ik zeggen tegen die Radioloog, man of vrouw. Ga jij eerst zelf maar, en als jij het overleefd dan ga ik weer. Is natuurlijk niet helemaal eerlijk want het maakt vast verschil met welk doel je zo’n onderzoek ondergaat.

Dit onderzoek, wat ik hier nu lig te ondergaan, heeft voor mij als doel, dat de chirurg uit dit ziekenhuis, hartstikke gelijk heeft. Dit onderzoek moet uitwijzen dat de activiteit die ze op de MRI in Amersfoort zagen niets voorstelt. Ik lig hier om te horen dat alles wat ze meer gezien hebben dan de tumor van 1cm in mijn linkerborst, een vergissing was.

Al deze gedachten maken het liggen in deze tunnel niet echt prettig.

Hoe zou ik dit prettig kunnen maken voor mezelf, bedenk ik me, ongeveer halverwege de tijd.
Ik voel, het is hier lekker warm, ik hoor leuke muziek, ik lig best gemakkelijk. Het oorverdovende gepiep van het apparaat is hinderlijk maar dat is er nu eenmaal.
Als ik nou eens doe alsof ik hier lig en daarmee heel veel levens red! Deze gedachte voelt al een stuk beter. Trut, denk ik bij me zelf. Heel veel levens? Je ligt hier om je eigen leven te redden! Deze gedachte maakt me blij. Ik weet niet zeker of ik hier mijn leven mee red, garantie heb je immers nooit. Ook niet wanneer je geen kanker hebt. Maar deze gedachte geeft een positieve wending aan mijn gevoel. Ik vind het niet meer zo erg om hier te liggen.

Dinsdag 15 februari krijg ik de uitslag van dit onderzoek. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten