zaterdag 12 februari 2011

Dip(je)

Vandaag, tussen 12.00 en 13.00 kon je maar beter niet bij mij in de buurt zijn.
3 van mijn gezinsleden moesten het ontgelden. Ze gaven me elk een aanleiding om razend te worden. Daarbij hielp mee, wakker worden met vervelende gedachten, een nare droom, prikkende oksels, geen ontbijt in huis hebben, wintersportstress en de onzekerheid die zo langzamerhand te lang gaat duren. Mijn geduld raakt op.

Een van de 3 was wel erg de dupe. Ik heb geschreeuwd, gejankt, en heel hard met de deur geslagen (ik hoorde het glas rinkelen in mijn hoofd, maar dat was gelukkig niet echt).

Boos! Boos op die kut kanker. Ik kan niet anders zeggen dan: wat een kankerzooi!


Ik begin met iedereen haarfijn, inclusief een irritant wijzend vingertje, uit te leggen wat hij vandaag en de afgelopen dagen allemaal fout heeft gedaan. Op het moment dat ik in huilen uitbarst maak ik ze duidelijk dat ik godverdomme kanker heb en dat ik bang ben dat alles wat ik nu doe misschien wel de laatste keer is. Weet je, het zal wel niet maar het voelt zo dat ik daar rekening mee moet houden. Ik heb namelijk doodsoorzaak nummer 1.

Na mijn geblèr volgt er een nieuwe golf van tranen. Nu gaat het over schuldgevoel. Schuldgevoel dat ik op hen afreageer. Zij kunnen er ook niets aan doen dat ik kanker heb. Niemand kan er wat aan doen.

Na een tijdje zie ik dat iedereen weer doorgaat met waar die gebleven was. De een luncht, de ander zit achter de computer en de derde maakt zich klaar om naar zijn vrienden te gaan. Ze zijn er wel wat stil van. Ik snik nog een tijdje door op de bank maar besluit dan dat ik ook weer wat anders moet gaan doen. Het heeft mij weer een klein beetje geduld opgeleverd. Ik hoop dat ze mij vergeven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten