donderdag 2 juni 2011

Discussies in mijn hoofd

Het einde van de bestralingsbehandeling nadert. Om precies te zijn nog twee keer. Iemand, die een ander hobbeltje in zijn leven had en nu weer bijna in het “gewone” ritme van zijn leven zit, liet me weten dat hij daar blij mee is. Die mededeling zette mij aan het denken. Ik weet niet meer wat het ritme van mijn leven was en wanneer ik het me weer bijna kan herinneren wil ik niet eens meer dat dat ritme terug komt. Op zich klinkt dat gunstig, alles staat open, ik kan het gaan invullen met het ritme wat voor mij het lekkerst voelt. Heb wel zin in deze uitdaging.

Het is minder eenvoudig wanneer ik peins over wat “kanker” verder nog in mijn leven gaat doen. Ik weet het nooit, ik weet niet of, ik weet niet wat, ik weet niet waar, ik weet niet wanneer. Komt het terug, is het wel weg. Wat kan ik er aan doen.

De statistieken vertellen me dat de kans dat het terugkomt en het overlijden eraan klein is. Vroeger (misschien nog wel een paar maanden geleden) hanteerde ze nog een genezingsmoment. Wanneer je na 5 jaar controle nog “schoon” was van kankercellen werd je genezen verklaard. De internist vertelde me dat ze dat tegenwoordig niet meer zeggen. Ik ben eigenlijk vergeten waarom niet, of ik begrijp niet wat ze bedoelde of ik wil het niet horen.
In plaats van met haar de discussie te voeren, voer ik hem in mijn hoofd. Ik vraag me af hoe ik het wil horen.

Ik ben kankerpatiënt geworden op het moment dat de punctie vaststelde dat de verdachte tumor kankercellen bevatte. Op dat moment had ik zo’n beetje, nergens last van. Ik werd “ziek” van de kanker door de onzekerheid tijdens het vaststellen van de diagnose, gevolgd door de operatie, vervolgens de bestraling en daarna de hormoonkuur. Een half jaar ziek nu. En nog 7 jaar voor de boeg met een hoop mogelijke bijwerkingen.
In het laatste gesprek wat ik van de week had met de Radiotherapeut adviseerde hij mij mijn leven weer op te pakken, verder te gaan, en niet meer terug te kijken. En vooruit kijken, weet ik, is eigenlijk ook niet handig daar kan ik goed bang van worden. Vooruit kijken naar de leuke dingen helpt wel maar is voor mij haast een onmogelijke taak. Het zit goed in mijn systeem verankerd dat ik altijd rekening moet houden met tegenslagen. Sommige kankerpatiënten zeggen: ik zie het positief want ik werd wel weer met beide benen op de grond gezet. Voor mij ligt dat niet zo, daar vind ik dit te hard voor. En bovendien stond ik al goed met beide benen op de grond.
Ik gedij het beste wanneer ik maar steeds in het “nu” blijf ook al voel ik me in het “nu” ook regelmatig goed “k”.  Als je ziek bent word je meestal ook weer beter, maar met kanker is dat blijkbaar anders.
Ik denk dat ik er maar beter geen woorden aan kan geven, althans niet de woorden “ziek” en “beter”.
Ik gedij het beste wanneer ik “kanker” onderga. Mijn strijd tegen kanker is het ondergaan en accepteren ervan. Tot zover en op deze manier is het te doen voor mij.
Maar wanneer kan ik nou zeggen: ik heb kanker gehad?

Ik zit hier wel weer een partijtje verwarrend hardop te denken hè? Ik denk zelf dat de antwoorden op mijn vragen uiteindelijk door mijn lichaam beantwoord worden. De tijd zal het leren. Af en toe wil ik gewoon dat iemand anders me zekerheid  kon geven…en garanties...
Ik laat het voor vanavond maar weer even los…………

Geen opmerkingen:

Een reactie posten