zondag 24 april 2011

Nabehandeling

Vrijdag 22 april. Nog een paar dagen en het is vier maanden geleden, dat het begon.
Vandaag gaan we het andere deel van de nabehandeling bespreken. Hormoontherapie.
Zoals gewoonlijk worden we eerst naar de verkeerde balie gestuurd. Wanneer ik ga vragen waar ik de Internist kan vinden kijkt de receptioniste me aan met een bepaalde blik. Ik lees hem alsof ze niets van me wilt kopen. Ze vraag ook of ik een zakelijke afspraak met hem heb. Ik zeg haar dat ik een patiĆ«nt ben.  Zo zie ik er blijkbaar niet uit.

In de wachtkamer lees ik een boek en Bart werkt op zijn laptop. Ik kan me niet concentreren. Het is rumoerig om ons heen. We zitten dit keer in het hoofdgebouw, daar waar alle kankersoorten zich bij elkaar verzamelen. De sfeer is anders dan op de mammapoli, waar we vaak gezeten hebben. Op de mammapoli gaat het om de mamma’s. Er werken alleen maar vrouwen en de meeste mensen in de wachtkamer zijn ook vrouwen. De mammapoli is een apart gebouw er vinden gesprekken, diagnoses en onderzoeken plaats.

In dit grote gebouw, gebeurt veel meer. Er zijn hier veel verschillende soorten mensen en veel verschillende soorten kanker.
De wachtruimte waar we nu zitten is verdeeld in vakken door middel van een soort kamer schermen. Als ik ga staan kan ik er net over heen kijken. Ik ben nieuwsgierig waarom het hier zo’n kabaal is. Bart stoort zich nergens aan. Ik denk dat het “chemo” ochtend is. Er worden mensen in rolstoelen af en aan gereden. De een ziet er nog zieker uit dan de ander. De een ziet vrolijk en de ander depressief. Aan de een zie je het en aan de ander niet. Ik doe veel indrukken op en ondertussen wachten we, zoals altijd.
Ik heb twee afspraken, wanneer het tijd is voor de tweede afspraak en ik nog zit te wachten op de eerste ga ik naar de balie. Ik vraag of het misschien handig is dat mijn tweede afspraak nu eerst aan de beurt komt. Dat is tenslotte alleen maar een wondcontrole van misschien 5 minuten. Nee dat hoeft niet, het komt wel goed zegt de receptioniste.

De Internist start een computerprogramma op wat ons statistieken laat zien. Wat mijn overlevingskansen en de kans op terugkeer zijn voor de komende 10 jaar. Ik vind statistische gegevens heel belangrijk maar het dringt voor geen meter tot mij door. Het heeft te maken met de woorden “overleven” en “10 jaar”. Ik kan me niet op haar verhaal concentreren, het enige wat er door mijn hoofd gaat is dat mijn moeder net niet de 10 jaar heeft gered. Dit referentiekader neemt even de overhand. Ze heeft het niet over wat na die 10 jaar.  Ik ben blij dat Bart er weer bij is, dan kan hij de slimme vragen stellen over de kansberekeningen en mij straks het verschil weergeven met de kans dat ik onder een auto kom.
Het medicijn tamoxifen raadt ze me aan. Voor 7 jaar. Het zou procentueel gezien de kansen nog aanzienlijk verminderen, laat ze zien. Ze noemt drie bijwerkingen. Ik vraag hoe het zit met een aantal bijwerkingen waarover ik gelezen heb. Maar natuurlijk weet ik wel dat het allemaal kan maar niet hoeft.
Ik beslis natuurlijk zelf of ik het wil maar haar advies luidt, zo snel mogelijk beginnen na de bestraling. Ik denk natuurlijk weer praktisch vooruit. 3 weken na de bestraling ga ik op zomervakantie, voor 3 weken. Ik vraag of het eventueel 6 weken na de zomervakantie kan. Liever niet, maar er valt over te praten zegt ze. Alsof we een deal moeten sluiten.
Nou ja ik heb nog genoeg tijd om me verder te verdiepen en te laten informeren.

We wachten in de wachtkamer op de tweede afspraak. De “chemo” drukte is duidelijk voorbij. Mijn wond wordt door de chirurg goed bevonden, het duurt ongeveer twee weken voordat deze gesloten is, gokt ze. De bestraling mag wat haar betreft beginnen. Ik krijg een speciale siliconenpleister mee omdat mijn litteken nogal hard aanvoelt.
Als we klaar zijn loop ik langs de balie van de Radiotherapie om te vragen wanneer ik ga beginnen. Volgende week donderdag krijg ik te horen. En voor vrijdag krijg ik ook meteen de tijd door.

Terug in een dikke goedevrijdagmiddagfile. Doodmoe van weer een halve dag ziekenhuis. Om even wat anders te doen, om bij te kletsen en voor de gezelligheid, hang ik twee uurtjes bij een vriendin in de tuin. Thuis om een uur of 18.00 val ik in slaap op de bank in de tuin. Ik voel dat Bart een kussen onder mijn hoofd legt en me inpakt in mijn dekentje. Ik voel het maar ik ben heel diep weg. Met een kop koffie, na ongeveer een uurtje maakt hij me weer wakker. Ik kan geen boeh of bah meer zeggen. Kom, zegt Bart, ik ga even hardlopen in het bos en jij gaat mee, op de fiets. Ben je gek geworden, zo kijk ik hem aan. Maar wat heb ik te verliezen, denk ik. Goed, ik ga mee. Fietsje op de auto, op naar den Treek.
De geuren, de stilte, het groen, het bewegen. Het doet me allemaal even goed. Bedankt schat, dat ik mee moest.

Deze dag heeft veel indruk op me gemaakt. Een nieuwe periode breekt aan. De Radiotherapie gaat nu echt beginnen. Ik heb de drang om dinsdag of woensdag de heeeele dag iets leuks te doen, alsof dat straks niet meer kan. Ik zie er tegenop. En als dat klaar is, is het nog niet klaar want dan begint de hormoontherapie voor 7 jaar en 3 maanden later heb ik alweer de eerste controle. Dan gaan ze kijken of ik borstkanker heb. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten